Onze architecten over hun werk en passie

Ook in Zaffelare bouwt Emiliani aan een nieuwe thuis, aan een site waar het goed leven en werken is, aan een plaats waar mensen kunnen aarden. We werken hiervoor samen met NU Architectuuratelier uit Gent (NU architectuuratelier), een – zoals ze het zelf treffend beschrijven – werkplatform voor intense architectuur en ontwerpend onderzoek. Het bureau wordt geleid door Armand Eeckels en Halewijn Lievens.

Halewijn en collega Tim leggen hun agenda even stil voor een gesprek met ons over hun werk en passie.

Dag Tim en Halewijn, allereerst, ter kennismaking, vertel eens wie jullie zijn? Wat typeert NU Architectuuratelier als bureau?

Tim: NU architectuuratelier is opgericht door Halewijn en Armand. We werken er met een 20-tal collega’s. Ons bureau heeft doorheen de jaren een breed portfolio opgebouwd. We huisvesten een rijke ervaring in verschillende sectoren.

Halewijn: Het is een bewuste keuze om onze blik open en breed te houden en ons te engageren voor verschillende types projecten. Wat we leren in de ene sector verrijkt onze blik in een project uit een andere sector.

Tim: Wat ons ook typeert, is onze manier van samenwerken. We zijn een heel open en horizontaal georiënteerd bureau. We spreken met elkaar, zonder hiërarchie en zijn allemaal betrokken bij de projecten in huis. Er is veel overleg, met iedereen. Dat gebeurt heel organisch en kan net zo goed bij een koffie als tijdens een formele vergadering. Op maandag zitten we allemaal samen om praktische zaken door te spreken maar ook om projecten voor te stellen. Zo is iedereen op de hoogte en kan iedereen input geven. Het is een meerwaarde om ook de blik mee te krijgen van collega’s die minder intensief bij een project betrokken zijn. Vanop afstand zie je soms meer.

Wat motiveerde jullie om dit ontwerp te willen maken?

Halewijn: We werken graag aan projecten voor de zorg. Onze eerste ervaring was Huis Perrekes. Als ik hieraan terugdenk: aanvankelijk twijfelden we om ons hiervoor te engageren. We hadden geen ervaring in de zorg, er was een drempel. Maar, we lieten ons overtuigen en stapten met open vizier in het verhaal. We ontmoetten bijzonder gepassioneerde mensen bij wie wij ook onze passie voor architectuur kwijt konden. Die positieve energie maakte dit tot een heel mooi verhaal en deed onze genegenheid voor dit soort projecten groeien.

Dat Emiliani ervoor koos te werken via Open Oproep, was voor ons een uiting van respect voor onze job en van een gefundeerde ambitie voor dit project. Tijdens de kandidatuurstelling heb je nog geen informatie over de bouwheer maar ervaring en intuïtie leren je niettemin al een en ander aan te voelen en te begrijpen uit de manier waarop de bouwheer de opdracht omschrijft. Bij de effectieve kennismaking met Emiliani achteraf, voelden we direct dat ons aanvoelen klopte. Het resoneerde.

Hebben jullie ervaring met soortgelijke projecten voor de zorgsector?

Tim: We deden al soortgelijke projecten zoals Huis Perrekes en DVC Zevenbergen. Projecten binnen een bepaalde sector hebben parallellen, er zijn altijd universele elementen. In de zorg bijvoorbeeld vertrek je van een groep mensen met een kwetsbaarheid voor wie je een geborgen plek wil creëren. Maar – en dat weegt door – elk project is ook heel eigen. Een project gaat uit van een idee maar wordt gevormd door de mensen achter dit idee, de mensen met wie je werkt en voor wie je ontwerpt en dat is altijd anders. Er is altijd die unieke dynamiek die een groep onderscheidt.

Hoe beginnen jullie aan zo’n project?

Tim: Net omwille van die eigenheid waar we het zonet over hadden, investeren wij steeds veel tijd aan het leren kennen van de opdrachtgever. Met workshops en intensief overleg willen we de dynamiek van het huis leren kennen. We spreken met de verschillende betrokken actoren en nodigen ook vaak experten uit in ons ontwerpteam. Die experten zijn mensen met kennis van zaken die niets met architectuur te maken hebben maar wel fundamenteel zijn in de sector/organisatie waar we voor ontwerpen.  Met hen kunnen we heel vrij en in de diepte spreken over verschillende vraagstukken. Het helpt ons onze intuïtie te versterken. We verkennen ook altijd de omgeving. Voor dit project zijn we in Lokeren gaan rondwandelen.

Halewijn: Bij elk nieuw project vertrekken we steeds vanuit onze eigen voeling als mens. Of je nu een reguliere woning ontwerpt of eentje voor mensen met een beperking, de basiswensen zijn voor iedereen dezelfde. We beelden ons dus in dat we er zelf zouden wonen en stellen ons vanuit dat gevoel vragen. Zoals: “Hoe fijn zou het zijn om rond die boom te kunnen wonen?” Een open vraag, vanuit een menselijke blik. We vertrekken bewust niet vanuit problematieken want dan loop je heel snel vast.

Ontwerpen voor de zorgsector, wat doet dat met de mens achter de ontwerper?

Tim: Dat doet heel wat. We zouden deze job niet kunnen als we er niets zouden uithalen. Het gaat over zelf blij worden van een goede ruimte, van een ruimte waar mensen met een goed gevoel kunnen vertoeven. Het is een sterke drijfveer om dat te kunnen doen voor, te kunnen geven aan mensen, wetende dat een ruimte, gebouw, site een impact kan hebben op hoe iemand leeft en het leven ervaart. Het geeft voldoening als je erin slaagt zo’n goede plek te creëren.

Halewijn: Maar het overstijgt ook een concreet ontwerp. Architectuur is een medium dat ons in contact brengt met andere mensen, diensten, sectoren, jobs, werelden. Het laat ons toe vragen te stellen, ergens in te duiken. Het verrijkt ons. Architectuur brengt ons naar zingevingsvragen: wat betekent ruimte voor, bijvoorbeeld, een detentiecentrum? Wat betekent vrijheid in een zorgkader? De antwoorden lijken soms evident maar blijken vaak zoveel meer gelaagd.

Tim: Zo geeft een meer ingekapselde omgeving soms net vrijheid. Dat zijn boeiende en uitdagende spanningsvelden die onze job rijker maken dan ruimtelijke vraagstukken beantwoorden met technische oplossingen.

Halewijn: En er is ook dat puur menselijke. Een anekdote: vroeger, als kind, woonde ik in de buurt van een huis voor mensen met een beperking. Ik had toen schrik van die plaats, voelde me er heel ongemakkelijk. Vandaag werk ik voor deze mensen. Waar het vroeger bedreigend voelde, ervaar ik het nu als zo’n fijne plek om te vertoeven. Wat ik zo eigen vind aan zo’n setting is dat er heel wat wegvalt. Je gaat in zo’n context naar de essentie. Je bent wie je bent, het is wat het is. Dat ervaar ik als iets bijzonder sterk.

Wat is jullie wens voor de toekomst voor dit ontwerp/project?

Halewijn: Mijn wens voor dit project is om een fijne ankerplek te creëren, voor de bewoners van de site maar ook ruimer, voor het dorp. Mijn droom is dat het kader voor de zorg heel dicht bij het evidente wonen kan komen te liggen. Dat verbindende huiselijke elementen tot hun recht kunnen komen en dat alledaagse dorpsgerichte activiteiten zoals de krant gaan kopen, naar de kapper gaan,…een kader voor de zorg kunnen zijn. Het is onze ambitie daar met onze architectuur toe bij te dragen.

Tim: Ik kan me daar helemaal in vinden en vul graag aan. We wensen dat we voor de toekomstige bewoners een woning kunnen maken waarin ze zich thuis voelen maar ook een woning waarin het dorp zich thuis voelt. Ook al zijn er grenzen en zijn die nodig en wenselijk, het is een wens dat die permeabel kunnen worden voor het dorp. Het zou een droom zijn als op termijn het dorp ook binnenwandelt op de site, dat de buurman aardbeien uit eigen hof komt binnensteken en de chiro in de tuin een evenement houdt. We wensen de site toe dat het een plek mag worden in het dorp waar echt geleefd en gedeeld wordt.